Het onderzoek.
Na een in zwijgen
gedompeld ontbijt was Ishma begonnen met een beknopt
verslag van wat gisteren gebeurd was, dat ze ternauwernood
ontsnapt waren aan de dood door haar alertheid. Dat ze Chiavels
voorstel voor in dat zwembad had opgevat als een grap. Leuk dus om dat eerst op
hem te testen. Dat het een poging tot moord op al zijn gasten was, had ze dat
moeten vermoeden? Nee toch, het was net gezellig geworden.
Estrice had het betoog van Ishma
gelaten aangehoord. Nog steeds voelde ze zich verdoofd door wat er gisteren in
een oogwenk gebeurde. Dat hun gastheer Chiavel dood
was kon ze nauwelijks nog bevatten. Door Ishma’s
intuïtie zaten zij nog hier en was hij ergens in die diepte verdwenen. Hij
had hen willen ombrengen, maar zijn afgang door Ishma
was mogelijk moord. Wat dat betreft had Kervin
gelijk, ze had zijn sinister plan doorzien en dus kunnen volstaan met dat te
verhinderen.
‘We zullen toch de
politie moeten waarschuwen, en dat hadden we direct moeten doen,’ wist ze
uiteindelijk uit te brengen. ‘Wie weet was hij nog te redden geweest.’ Kervin had somber met zijn het hoofd geschud en Hesta protesteerde.
‘Laten we eerst zelf
uitzoeken waar hij is, wat er met hem is gebeurd. Wie weet duikt hij straks
gewoon weer op. Hij houdt van gevaarlijk leven en zal zich toch niet zomaar
laten vangen, nota bene door wat hij zelf had bedacht. Ook wil ik wel eens
weten waarom hij ons om zeep wilde brengen. En wat als de anderen van jullie
cohorte terug komen?’
‘Daar hebben we
voorlopig geen last van,’ antwoordde Kervin. ‘Drie
keer per jaar nodigt Chiavel ze uit, voor een paar
weken. De volgende invitatie verwachten ze pas over enige maanden. Alleen
Burton en ik wonen hier meer permanent. We hebben dus alle tijd om ons te bezinnen
op wat ons verhaal wordt. En of Chiavel te redden is,
ik betwijfel het sterk. Het was een heel diep gat en iets met veel gedonder.’
‘Met de politie over
de vloer geven we tevens alles uit handen, zei Ishma.
‘Laten we in ieder geval kijken onder het bad. Als we hem daar niet vinden dan
kunnen we altijd nog overwegen wat te doen.’
Estrice kon zich voorstellen dat Ishma
bepaald geen behoefte had aan vreemden speurders. Maar haar voorstel leek
anders zo vanzelfsprekend. In hun wereld was criminaliteit nauwelijks aan de
orde. Nu ze er mee te maken hadden leek wat logisch was ineens niet zo verstandig.
Van horen zeggen wist ze van spotten, en dat vooral mannen die opliepen. Nu
dreigde die ook voor Ishma. Was dit een geval van
moord of doodslag en goed voor een spot, misschien wel met deto?
Bezinning dus, en daar scheen iedereen zich bij neer te willen leggen. Ook nu weer nam Ishma de teugels stevig
in handen en dachten zij braaf mee met wat zij wilde.
De twee mannen hadden
uiteraard ook met elkaar overlegd en waren ook tot de overtuiging gekomen dat
in eerste instantie een afwachtende houding geboden was. Waarschijnlijk waren
zij op de hoogte waren van Chiavels motief of hadden
ze een vermoeden. Hadden ze haar niet hardnekkig vervolgd toen tijdens die vakantie?
En Burton, wat had die verder nog uitgespookt tijdens zijn bezoek aan hun
roedel? Het was heel ontspannend geweest en hij had haar haar
probleem voor even doen vergeten. Maar gestel dat dit daarmee te maken had?
Na wat beraad werd
besloten dat de mannen met samen Ishma de put zouden
onderzoeken en zij vrouwen de burelen van Chiavel uitspitten op belastend materiaal.
‘Als we zijn motief
kennen zullen we beslissen wat we de politie vertellen.’ Ishma
had weer alles en allen keurig op rij en in haar gelid. Net als bij ze thuis.
***